Ik heb kamperen altijd leuk gevonden. Zat jarenlang bij de scouting en heb mijn patrouille als patrouilleleider de nodige overwinningen bezorgd. Zomerkamp, winterkamp, openingskamp; noem maar op. Niemand was meer fan van kampen dan ik. Tot nu toe. Ik haat kampen. Omdat alles wat we zeggen, doen of denken in een van de twee onderverdeeld wordt: kamp voor of kamp tegen. En dat baart me zorgen.
Neutraal terrein
Als journalist van oorsprong ben ik tijdens mijn opleiding flink getraind in ethisch denken. In afwegingen maken tussen goed en kwaad binnen communicatie. Tussen berichtgeving die bijdraagt of haat zaait. Tussen normen en waarden. En hoewel ik absoluut voorstander ben van zeggen wat je op je hart hebt, gaan de laatste communicatieve ontwikkelingen binnen onze maatschappij me te ver.
Zelfs binnen mijn eigen kringen wordt nimmer meer zonder oordeel over ‘kampen’ gesproken. Het zijn de ‘wappies’, de ‘VVD-stemmers’, de ‘buitenlanders’, ‘de jongeren van tegenwoordig’, de ‘asociale ouderen’, de ‘noem het maar op’. De inclusieve samenleving lijkt verder weg dan ooit. Maar wat ik nog het ergste vind aan alles, is dat veel mensen niet eens doorhebben dat ze zelf meewerken aan deze schaamteloze tweedeling. Er wordt genadeloos hard geoordeeld of je volgens de mening van anderen in het goede of foute kamp zit. En met het kleinste gemak bestempelen we zelfs kinderen met etnische predikaten die absoluut niets bijdragen aan het verhaal dat verteld wordt. Het enige waar het wel aan bijdraagt is een nog grotere splitsing tussen de kampen.
Opgroeien in een wereld vol meningen
Ik maak me echt zorgen in wat voor wereld mijn kleine meid opgroeit. Moet zij zich afvragen of ze tot het goed of kwaad behoort. Of er mensen ‘tegen’ haar zijn nog voordat ze een mening verkondigd heeft? Mag zij nooit fouten maken zonder daar keihard op terechtgewezen te worden? Moet zij zich niet juist verbazen over mooie, wonderlijke dingen in de wereld dan instant overweldigd te worden met meningen van anderen?
Is het niet onze taak, of in elk geval die van mij als moeder, ervoor te zorgen dat dit meisje van drie leert hoe ze openstaat voor meningen van anderen? Dat ze begrijpt waarom we verschillend zijn. En dat we andere motieven hebben om ons leven te leiden. Dat er rijk is en arm. Dat ze hierin verschil kan maken, als ze dat wil. Maar dat, welke keuze ze ook maakt, er geen kamp voor of kamp tegen is. Dat het niet gaat om wie het hardst roept, maar wie het best luistert? Of daadwerkelijk ‘hoort’ wat er gezegd wordt. Dat, als we dit allemaal op onze eigen kleine schaal doen, we samen een groot verschil zullen maken. En, niet geheel onbelangrijk, dat kamperen dus echt wel heel erg leuk is.
PS. Leuke kampeertips in Nederland zijn altijd welkom 😉